Omgaan met anderstalige bedienaars – vragen (trein)

Omgaan met anderstalige bedienaars – vragen (trein)

16 jun. 2021
Volgend bericht>>

Naar aanleiding van de publicatie van de brief van 1 mei 2021 – over nieuwe en gewijzigde certificeringsschema’s en toetsen – kwamen verschillende vragen binnen over de interpretatie vanuit de railinfrabranche. Veel gestelde vraag: hoe om te gaan met de communicatie tussen een begeleider buiten dienst gesteld spoor (BBD) en een anderstalige bedienaar.

 

In de brief van 1 mei 2021 over de wijzigingen in certificaten van NVW-taken is de definitieve werkwijze gecommuniceerd hoe om te gaan met anderstalige bedienaars. In reactie op deze brief kreeg railAlert onder meer de vraag hoe de communicatie tussen de BBD en een anderstalige bedienaar geborgd is. 

 

Aan de hand van enkele vragen legt de Beheergroep NVW-Certificeringen, onderdeel van de Werkkamer Persoonscertificering, dit uit. 

 

  • Hoe is bovenstaande geregeld in bestaande reglementen of certificeringen?

    Conform art. 4.4.2.5 Communicatie met ploegleden uit het VVW-Trein, draagt een leider werkplekbeveiliging (LWB) de verantwoordelijkheid om alle medewerkers op de werkplek te (laten) instrueren over veiligheidsmaatregelen en andere veiligheidsgerelateerde afspraken.

    Stel dat medewerkers geen Nederlands spreken, moet de persoon die de instructie geeft, dit (laten) doen in hun moedertaal of een andere taal die niet-Nederlandstaligen  aantoonbaar machtig zijn.

    (Let op, VCA** 2017/6.0 art. 3.7 heeft het over in een communicatieplan vastleggen hoe om te gaan met anderstaligen).

  • Wie is verantwoordelijkheid voor het stellen van een BBD welke met de anderstalige bedienaar kan communiceren?

  1. De veiligheid- en gezondheidcoördinator uitvoeringsfase (VGCU) dient ervan op de hoogte te zijn dat er anderstaligen op de werkplek aanwezig zijn. 
  2. De VGCU informeert de Werkplekbeveiliger Uitvoerende taken (WB-U) over het risico van anderstaligen op de werkplek met als doel maatregelen te treffen.
  3. De WB-U moet erop toezien dat de overeengekomen maatregelen geïmplementeerd worden. Denk hierbij aan het stellen van een de BBD die de taal voldoende machtig is om te communiceren met de anderstalige bedienaar.

 

  • Wie ziet erop toe dat de van kracht zijnde maatregelen daadwerkelijk worden toegepast?

De LWB dient zich ervan te vergewissen (startvoorwaarde) dat de anderstalige bedienaar de instructies van de BBD begrijpt en opvolgt.